Komende week naar Berlijn. Niet de eerste keer, nee de zestiende keer in de afgelopen 10 jaar. Enerzijds gecreëerd door het toeval dat ik voor mijn werk in een internationaal expertnetwerk terecht ben gekomen –met residentie in de Duitse hoofdstad. Anderzijds goed te verklaren dat ik dit volhoud vanwege mijn (verre) achtergrond als historicus en leraar Duits.
Waar komt mijn genegenheid voor Berlijn vandaan? En is die altijd zo virulent aanwezig geweest? Als je de combi-studie geschiedenis en Duits doet, is het niet zo vreemd dat je een zekere passie ontwikkelt voor je studie-object. In 1984 reisde ik voor een studieverblijf af naar West-Berlijn. Hoe ouder je wordt, des te minder mensen er zijn die kunnen zeggen dat ze in het gedeelde Berlijn zijn geweest. Want Berlijn bestond tot 9 november 1989 uit twee delen. West-Berlijn en het andere Berlijn, hoofdstad van de DDR. En daartussen stond de Muur, het symbool van de Koude Oorlog. Fascinerend was dat, om te verblijven in het oog van deze geopolitieke orkaan, die Berlijn na 1945 is geweest. Tot de wonderbaarlijke Wende zich aandiende.
Op die bewuste avond van de negende november, toen de Berlijnse Muur viel, legde ik de laatste hand aan mijn doctoraal scriptie over de Russische inval in Afghanistan. Zal ik de trein nemen naar het wonder in Berlijn, heb ik nog even gedacht. Maar de deadline voor die scriptie was onverbiddelijk, helaas. Eeuwig spijt van gehad.
In de jaren negentig wilde ik dat graag inhalen. Maar de teleurstelling over Berlijn kreeg de overhand. De stad was een bouwput geworden. De Muur was weggehaald, restanten van de Koude Oorlog werden vervangen door nieuwe architectuur. ‘Mijn’ Berlijn van 1984 werd weggevaagd. Ik voelde me even niet welkom in deze bouwput.
Pas in 2011 keerde ik terug. Op uitnodiging van TNO gaf ik een lezing in het indrukwekkende BCC-Berlin, bij de Alexanderplatz. In die dagen kreeg ik de fascinatie terug voor de Duitse hoofdstad. Af en toe zal ik op deze blogpagina wat schrijven over opmerkelijke dingen die ik gezien heb, mensen die ik ontmoet heb.
Komende week dus weer naar Berlijn. Nu neem ik mijn jongste zoon (22) mee. Student Kunstgeschiedenis. Voor hem de kans om een paar dagen onder te duiken in geweldige musea zoals de Alte Nationalgalerie, de Gemäldegalerie, het Bröhan Museum, het Kollwitz Museum usw. Wellicht dat hij ook gegrepen wordt door het fascinerende Berlijn. Zo vader, zo zoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten