donderdag 23 september 2021

Berlijn (3): In gesprek met Hans Modrow, de laatste communistische DDR-premier (2019)

 Het is 29 maart 2019. Op weg naar de afspraak met de 91-jarige Hans Modrow, de laatste communistische minister-president van de DDR, ontkom ik er niet aan om uit te stappen bij de U-Bahn halte Rosa-Luxemburg-Platz in Berlijn. Na een korte mailwisseling nodigde Modrow me namelijk uit elkaar te ontmoeten in zijn werkkamer aan de Kleine Alexanderstrasse 22. Hier is ook het partijkantoor van Die Linke gevestigd, de meest linkse partij in de Duitse Bondsdag. Die Linke geldt als opvolger van de communistische partij van de DDR, de Sozialistische Einheitspartei Deutschland (SED). In de luwte van de toeristische drukte van Berlin-Mitte staat op Rosa-Luxemburg-Platz een imposant theatergebouw, de Volksbühne. Het gebouw heeft altijd al - vanaf 1914 - gediend voor theaterstukken 'van het volk'. Nog steeds viert het linkse engagement hoogtij in de programmering van ‘vooruitstrevende en experimentele’ toneelstukken. Schuin tegenover de Volksbühne staat het bescheiden partijkantoor van Die Linke: het Karl-Liebknecht-Haus. Het linkse revolutionaire elan uit het begin van de twintigste eeuw komt dus fraai samen op dit plein. Oppassend dat ik niet op de in de straten geplaveide citaten van Rosa Luxemburg stap - en mij daarmee schuldig maak aan heiligschennis - meld ik me bij de portier: “5. Stock”, wijst hij omhoog. De tweepersoonslift brengt me tot voor de deur van het kantoor van Hans Modrow: Vorsitzender der Ältestenrat, staat er op zijn deur.

Hoe anders was, een paar dagen eerder, mijn entree bij Modrows conservatieve tegenpool, de 82-jarige Rita Süssmuth- oudgediende van de rechtse CDU. Zij was bondsminister van Volksgezondheid en familiezaken van 1985 tot en met 1988 en Bondsdagpresidente van 1988 tot en met 1998. Bij haar was ik op werkbezoek naar aanleiding van mijn publicatie over preventie en ziekteverzuim in organisaties, één van de thema’s waarmee zij zich decennialang in Europa heeft beziggehouden . Süssmuth had me uitgenodigd op haar kantoor van de Bondsdag aan de prestigieuze boulevard Unter den Linden 71. Een strak en sober gebouw, vlak na de ‘Wende’ van 1989 als een van de eerste Berlijnse Bondsdag-panden in Berlijn gerestaureerd. Vooral CDU-Bondsdagleden hebben een eenvoudige werkkamer in dit gebouw, dat naar de politicus Matthias Erzberger is vernoemd. Hij ondertekende namens de conservatieve partij Zentrum het wapenstilstandsverdrag van Compiègne in 1918. Drie jaar later werd hij vermoord door rechtsextremisten.

Süssmuth en Modrow lijken evidente tegenpolen: BRD vs DDR, CDU vs Die Linke. En dan was er ook nog de affaire Süssmuth-Modrow in 1993, waarbij Süssmuth (in de functie van Bondsdagpresidente)  Modrow verbood om als gekozen Bondsdag-parlementariër in een officiële delegatie als waarnemer bij de verkiezingen af te reizen naar Zuid-Afrika. Op dat moment (3 januari 1994) werd namelijk een aanklacht tegen hem als voormalig DDR- partijleider ingediend vanwege vermeend ambts- en machtsmisbruik in Saksen. Anderhalf jaar later sprak de rechter het oordeel uit dat Modrow verkiezingsuitslagen had vervalst of aanzetten daartoe had gegeven . De rechter legde hem een voorwaardelijke straf van negen maanden cel op. Süssmuth kreeg daarentegen na haar politieke tijdperk talrijke onderscheidingen, eredoctoraten etc. Ze gold als één van de belangrijkste adviseurs -zonder politieke functie- van Angela Merkel. Modrow bleef in de jaren '90 in de Bondsdag en later nam hij ook zitting in het Europees parlement. Zijn grootste onderscheiding na zijn politieke carrière  was de in communistische kringen prestigieuze uitreiking van de ‘Orde van Solidariteit’ in Cuba (februari 2019). Hij werd definitief gezien als leider die net als Che Guevara en Fidel Castro zijn sporen in de politieke wereld van het communisme had verdiend. 

   Desalniettemin zijn er overeenkomsten tussen Modrow en Süssmuth. De DDR-leider zocht medio jaren tachtig, tegen de partijstroom in, al naar hervormingen, was ervan overtuigd dat hervormingen en gesprekken met de oppositie nodig waren, stond niet te boek als profiteur zoals zo veel partijgenoten aan de top dat wel waren, was (en is) zeer bescheiden. Je kunt hem nog het beste vergelijken met de hoofdpersoon uit het meesterwerk van DDR-schrijver Landolf Scherzer, die in zijn documentaire-boek De Eerste de partijleider van Bad Salzungen Hans-Dieter Fritschler beschrijft: Hard werkend, zuchtend onder de mislukkingen van de planeconomie van de DDR, bescheiden, een familieman, het geloof houden in de partij en idealist tot het einde. Daar waar Modrow van binnenuit tegengeluid gaf in het DDR-bolwerk, zo deed Süssmuth dat in het conservatieve bolwerk van CDU-CSU: Meer rechten voor vrouwen, aidspreventie, homoseksualiteit en voorbehoedsmiddelen bespreekbaar maken (tot in het Vaticaan aan toe), oog voor sociale problematiek en een mildere aanpak van de vluchtelingenproblematiek. 

Als je bij Modrow zijn klein bemeten kamer binnenstapt, staan er twee stoelen voor bezoek, een bureau waar hij achter zit met daaraan een tafeltje met een stapel papier en een aantekenblok. Vanuit het raam kun je een glimp opvangen van de Fernsehturm. Modrow zelf ziet er voor zijn zeer hoge leeftijd bijzonder fit uit. Beweegt een beetje stram, heeft een hese stem als gevolg van een operatie aan zijn stembanden in 1997. Hij gebruikt bloed verdunnende medicijnen, maar is verder zo gezond als een vis. “Ik wandel drie keer per week van mijn appartement naar mijn kantoor. Thuis doe ik gymnastiekoefeningen en zit ik op de hometrainer om fit te blijven”. Tot voor kort was hij ook een gepassioneerd langlaufer, maar dat werd te zwaar. Modrow woont op de hoek van de Karl-Marx-Allee aan de Palisadenstrasse, een typische DDR ‘Plattenbau-Wohnung’ in de wijk Friedrichshain. Voor zijn driekamerflat betaalt hij 740 euro huur. Zijn pensioeninkomen bedraagt 1.620 euro, met daarbij 500 euro weduwenpensioen (zijn vrouw overleed op 29 januari 2017 aan longembolie). 

 Modrow komt nog regelmatig in het nieuws. Niet zozeer in zijn rol als Vorsitzender der Ältestenrat van Die Linke, want dat is meer een ceremoniële functie die weinigen in de partij serieus nemen. Maar wel als auteur van verschillende boeken. Het laatste boek Ich will meine Akte zurück verscheen in januari 2018 en trok veel aandacht: Modrow eist het recht op om zijn archief van de West-Duitse inlichtingendienst in te mogen zien. “Zoals we allemaal ook onze Stasi-dossiers kunnen inzien”.

   Daarnaast verscheen er in 2018 een lijvige biografie over Modrow van de Oostenrijkse historicus Michael Gehler en de Duitser Oliver Dürkop, specialist in oral-history van DDR-tijdgetuigen. Modrow werd maar liefst 40 dagen geïnterviewd. Het boek In Verantwortung geeft een uitstekend beeld van Modrows rol en inzichten in zijn politieke carrière . En dan is 2019, 30 jaar na dato, het jaar dat de val van de Berlijnse muur herdacht en gevierd wordt een mooie aanleiding om Modrow te bezoeken en te vragen naar zijn interpretatie en visie op de gebeurtenissen rond de ineenstorting van de DDR.

Het revolutiejaar 1989, zo noemde ik het in mijn mail aan Hans Modrow. Het is hierom dat hij me heeft uitgenodigd langs te komen. “Het was geen revolutie”, zo begint hij het gesprek. "De DDR is van binnenuit geïmplodeerd. Net als de andere socialistische staten in Oost-Europa. En de Sovjet-Unie ook. De vreedzame revolutie, de fluwelen revolutie, of hoe u het noemen wilt, die was er niet. Het systeem heeft zichzelf de das omgedaan”. Ik daag Modrow uit dit verder toe te lichten: welke interne ontwikkelingen hebben er dan toe geleid dat de DDR is geïmplodeerd? 

“Er zijn 3 belangrijke ontwikkelingen die hieraan ten grondslag lagen: het verdwijnen van de politieke steun uit de Sovjet-Unie, het langzaam laten doodbloeden van de DDR-economie en het onvermogen van de oude partijelite te anticiperen op deze ontwikkelingen. Deze drie ontwikkelingen lagen in elkaars verlengde en waren onlosmakelijk met elkaar verbonden.”

Hoe ziet u dat proces precies?

In de jaren 80 nam de economische steun van de Sovjet-Unie steeds verder af. Dat betekende dat de DDR afstevende op een bankroet. Gorbatsjov versnelde dat proces met Perestrojka-politiek. Hervormingen waren zeker nodig. Ik constateerde echter op mijn reizen naar de Sovjet-Unie dat die hervormingspolitiek van Gorbatsjov verkeerd uitpakte: de productie bleef achter, het land functioneerde steeds slechter. Dat had zijn effecten op de andere socialistische staten in Oost-Europa. Gorbatsjov kon niet anders, om de economie van de Sovjet-Unie nog enigszins te redden, dan economische steun en politieke steun te minderen. Die politieke steun werd in de DDR minder omdat Honecker en andere DDR-oudgedienden niet zagen dat de wereld om hen heen aan het veranderen was. Moskou heeft altijd met harde hand de DDR-politici aan hun leiband laten lopen. Het was meedoen uit angst voor transport naar Siberië, zo vertelden oudgedienden mij eens. Dat Moskou opeens de teugels liet vieren door te wijzen naar de hervormingen in eigen land kwam niet op in de hoofden van de oude politieke elite. Met Gorbatsjov’s Perestrojka kwam ook de Glasnost. Dat gaf voeding aan jongere mensen om in discussie te treden met de oude garde, die niet mee ging in veranderingen en hervormingen.  

Het was meer dan in discussie gaan. De protesten die in Leipzig begonnen waren zo massaal….

Zeker, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal anti-DDR waren. Sterker, de protestgroepen wilden discussiëren over wat beter kon. Een overduidelijk ‘nee tegen de DDR’ was er niet. Honecker en de zijnen hebben dat niet begrepen, wilden geen hervormingen. Die noodzaak van hervormingen zag ik wel degelijk in en ging ook met deze mensen in gesprek. Maar ik zag ook dat de politiek van Gorbatsjov fnuikend was voor het voortbestaan van de DDR. Niet de protestgroepen, maar Gorbatsjov heeft de DDR ontmanteld. Overigens heeft het Westen niet alleen toegekeken bij deze veranderingen. Hoe is het anders te verklaren dat Gorbatsjov vandaag de dag een nogal grote villa bij Moskou bezit, die niet door de Sovjet-Unie is betaald?

Ondanks uw openheid in gesprekken met de oppositie heeft u in Dresden op 4 oktober 1989 zeer hard moeten optreden tegen demonstranten. Dat is u na de Wende kwalijk genomen.

Ik was daar inderdaad voor verantwoordelijk. Maar ik wil benadrukken dat de situatie op dat moment zeer instabiel was. Op die dag reed de trein met de Praagse ambassade-vluchtelingen door Dresden richting de Bondsrepubliek, zoals met de Bondsrepubliek overeengekomen was. In die trein zaten naast deze DDR-burgers ook onder andere de belangrijkste adviseur van de Bondsminister van Buitenlandse Zaken Dietrich Genscher, Wolfgang Ischinger. De hele wereld keek mee. We konden ons niet veroorloven dat die trein aangevallen zou worden. Een hard optreden rond het station was nodig. Hadden we niets gedaan, dan waren er doden gevallen.

U bent in 1995 veroordeeld tot een voorwaardelijk gevangenisstraf, omdat u fraude hebt gepleegd bij de verkiezingen van 7 mei 1989 in Dresden. Dat feit duidt niet op echte hervormingsgezindheid?

Ik heb altijd ontkend, en dat doe ik nog steeds, dat ik daar direct bij betrokken was. In de DDR waren er ‘vrije verkiezingen’, maar wel met het principe dat de SED altijd een ruime meerderheid moest halen. Gebeurde dat niet dan traden andere mechanismen in werking om die meerderheid alsnog te krijgen. Blijkbaar is dat gebeurd, zonder mijn medeweten, laat staan met mijn actieve goedkeuring en bemoeienis.  

U was eerste secretaris in Dresden. U moet toch een en ander geweten hebben?

Ik ben niet zonder verantwoordelijkheid voor de afgekondigde verkiezingsuitslag, maar ik ben geen verkiezingsfraudeur. De politieke leiding van de verkiezingen lag niet bij mij, maar in het Centraal Comité bij Horst Dohlus. Hij was de secretaris die de verkiezingen organiseerde en eindverantwoordelijk was voor dit proces.

Wolfgang Berghofer, destijds burgemeester van Dresden, zou aan u gevraagd hebben de echte uitslag naar Berlijn te sturen?

Als hij dat al tegen mij gezegd zou hebben, dan zou ik hem gezegd hebben: “Bel je vriend, Egon Krenz.” Die was namelijk verantwoordelijk voor de verkondiging van de verkiezingsuitslag. Kijk, de verkiezingen van Dresden werden strak geregisseerd vanuit Berlijn. Dat was niet voor niets. In het gebied van Dresden was de onvrede over de DDR groot: het aantal mensen dat wilden vertrekken naar het Westen was hier het grootst. En die aantallen namen niet af.

Vlak voor de val van de Muur werd u door het DDR Politbüro  gekozen als minister-president van de DDR. U was bepaald niet de ‘Spitzenkandidat’. Ik bedoel: de favoriet van Gorbatsjov werd liever op afstand gehouden, lange tijd. De Russen wilden u immers al begin 1987 liever hebben op de positie van Honecker?

Op 4 maart 1987 vond er weliswaar een bijeenkomst plaats in Dresden met onder meer plaatsvervangend KGB-chef Wladimir Chroetsjkov, die later hoofd KGB werd. Maar de KGB heeft zich nooit in zulke politieke sferen gewaagd. Gorbatsjov heeft zich inderdaad in 1988 tegenover de Poolse staatschef Jaruzelski wel positief uitgelaten over mij als mogelijk opvolger van Honecker. En sowieso, als de Russen zich hadden bemoeid met de opvolging van Honecker en mij naar voren zouden schuiven, dan was juist het tegenovergestelde gebeurd. De relatie Gorbatsjov versus de oude macht rondom Honecker was daarvoor te sterk bekoeld.

Uiteindelijk kwam u dan toch bovendrijven aan de top: voorzitter van de ministerraad (minister-president). U was duidelijk niet de eerste keuze.

Dat klopt, ik stond in de herfst van 1989 op nummer 4. Willie Stoph voelde te veel druk door de massademonstraties en kondigde 7 november zijn aftreden af, inclusief de volledige ministerraad. De dag daarna trad het Politbüro terug en aansluitend werd een sterk verkleind Politbüro gekozen met Egon Krenz als secretaris-generaal. Ook ik werd lid van het Politbüro. Krenz, die enkele dagen daarvoor Honecker had afgezet en opgevolgd, had enkele kandidaten naar voren geschoven voor de post van minister-president. Maar die kandidaten wilden niet. Uiteindelijk viel de keuze op mij.  Ik kreeg de opdracht als beoogd nieuwe voorzitter van de staatsraad een nieuwe regering te formeren. Die nieuwe regeringsploeg  werd formeel pas op 17 november gepresenteerd.

Dus op de dag van de Wende, 9 november, was u beoogd premier. Dat moet een bizarre gewaarwording zijn geweest, die avond. Koud aangesteld om een regeringsploeg samen te stellen en dan is opeens de Muur gevallen. Wat is er die historische avond van de negende november vanuit uw perspectief gebeurd?

De vergadering van het Politbureau ging op 9 november door tot 18.00 uur. Iedereen, ik bedoel de media, de burgers, was in spanning wat er nu verder ging gebeuren. Daarom ging persvoorlichter Günther Schabowski naar de later zo beroemd geworden persconferentie. Hij was niet hele tijd aanwezig bij de vergadering, daarom kreeg hij niet precies mee wat er precies besloten was over de nieuwe reisregeling die pas 10 november openbaar gemaakt zou moeten worden. Ik weet niet of de opmerkingen van Schabowski over het reizen naar het Westen toeval was. Misschien heeft hij ook de sensatie gezocht, aangezien er eigenlijk verder niets nieuws te melden was vanuit het Politbüro. In ieder geval was het een groot gebrek aan verantwoordelijkheid om op dit tijdstip de nieuwe reisregeling bekend te maken. De zin: “De regeling gaat bij mijn weten direct en onmiddellijk in” kwam uit zijn mond, wat door media en burgers geïnterpreteerd werden dat zij meteen vrij mochten reizen naar het Westen.

Wat deed u toen?

Tot 21.30 uur hebben we vergaderd, zonder te weten wat er zich buiten afspeelde. Ook Erich Mielke, de chef van de Stasi en de top van het ministerie van Defensie, zaten bij deze besloten vergadering. Daarna is iedereen naar huis gegaan. Ik ook. Pas toen ik thuiskwam en de televisie aanzette op een West-Duitse zender zag ik tot mijn verwondering wat er aan de Muur allemaal gebeurde. Het had echt volledig verkeerd kunnen aflopen. Maar gelukkig heeft een majoor van de grenstroepen bij de Bornholmer Strasse zonder bevel van hogerhand de grens geopend. Dat was zeer moedig.

De Muur was gevallen. U stond aan het begin van uw nieuwe rol als minister-president. Had u nog hoop dat de DDR überhaupt was te redden?

Zeker wel. Op dat ogenblik liet de Sovjet-Unie duidelijk blijken dat de DDR-staat nog gewoon bestond. Ook in de decembermaanden spraken Bush en Gorbatsjov op Malta met elkaar. Geen woord over het einde van de DDR. Ook op het overleg in Potsdam op 12 december waar ook de Britten en de Fransen aanwezig waren sprak niemand van een Duitse hereniging. Pas in januari kwamen Gorbatsjov en Kohl met elkaar overeen dat een snelle hereniging van de DDR de enige oplossing was. Daarna is dat proces in gang gezet.

U had dat anders gewild?

Gorbatsjov heeft wel heel snel en makkelijk de DDR opgegeven. Dat had hij niet moeten doen. Voor de overgang van de DDR in de Europese Unie hadden langere overgangstermijnen afgesproken kunnen worden. Ook tot de mogelijkheden behoorde dat er een militair neutraal Duitsland zou komen.  

Vanuit historici als Gehler komt er voor u steeds meer een (her)waardering. Onder u geen 'Chinese toestanden'. Toch was er in uw regeringsperiode één spannend moment, namelijk de bezetting van de Stasi-gebouwen aan de Normannenstrasse. Duizenden mensen stonden daar aan de poort te rammelen op 15 januari 1990. U bent er naartoe gegaan, met gevaar voor eigen leven bijna, om te voorkomen dat zaak volledig uit de hand zou lopen. Was dat niet te riskant?

Er werd behoorlijk op mijn dienstauto ingeslagen en van alles en nog wat geroepen.  Ik heb contact gezocht en gevonden met mensen van de Burgerrechtenbeweging en die hebben mij beschermd. Ik heb buiten een toespraak gehouden om het niet tot een gewelddadige bestorming te laten komen. Van de 40.000 mensen die zich daar verzameld hadden drongen 2.000 tot 3.000 de Stasigebouwen binnen. De anderen gingen naar huis. Ik vraag me nog steeds af waarom er zeer doelgericht in de ruimtes van de spionagedienst is binnengedrongen. Dat zijn opvallende merkwaardigheden. Maar op dat moment was het echter vooral belangrijk dat de toestand niet escaleerde. Dat had in het gehele land tot ernstige gevolgen kunnen leiden. 

Als u nu naar de huidige wereld kijkt, is er op een enkel regime na, geen communistisch land meer. Gelooft u nog dat er een werkelijk democratisch socialisme zal zijn?

Ik geloof en hoop dat toekomstige generaties een goede omgang hebben met de aarde. En ook met zichzelf. Want ik hoop dat het mogelijk blijft dat we überhaupt nog kunnen blijven leven op deze planeet. Want hoe geringer de bronnen worden des te dringender hebben we een eerlijk verdelingssysteem nodig. Dat hoeft niet persé socialisme te heten. Ik ben daarover optimistisch gestemd dat ons dat gaat lukken.

Modrow laat subtiel, na bijna twee uur, merken dat een einde is gekomen aan het gesprek. Vriendelijk, serieus, weinig humor, geen koffie of thee. Ook zelf niet. Ik moest aan het Duitse woord ‘Beharrlichkeit’ denken. Een woord dat Rita Süssmuth noemde om haar politieke doelen te halen: “Wees volhardend, geloof in je standpunten, wees geduldig”. Het past precies op Hans Modrow.

   Bij de Alexanderplatz stap ik in de taxi bij een chauffeur op leeftijd. Hij foetert op demonstranten waardoor we niet opschieten richting vliegveld Schönefeld. “Iedere vrijdag is er een demonstratie voor het klimaat. En vandaag is het extra druk want Greta, het klimaat-meisje uit Zweden, doet ook mee. Vroeger geloofden we in de kerk, in Hitler of in het communisme. Nu lijkt dit de nieuwe religie te worden.” We raken verder met elkaar in gesprek. Hij woonde altijd al in Berlijn, vroeger aan de oostkant. Hij vraagt me wat ik in Berlijn heb gedaan. Als ik hem zeg dat ik zojuist Hans Modrow heb geïnterviewd, is hij verbouwereerd: “Leeft Hans dan nog?”. Ik laat hem mijn iPhone selfie zien met Modrow. “Man, wat is-ie  oud geworden”. Het blijft even stil in de taxi. En dan zegt hij: “Je kunt zeggen wat je wilt van de DDR, de Stasi en hun bandietenleiders. Maar Hans was zeker niet de slechtste mens die we gehad hebben.”

Eerder gepubliceerd in de bundel Koude Oorlog 3, Uitgeverij Aspekt 2019



dinsdag 21 september 2021

Berlijn (2): De Wiedergutmachungsschnitzel in restaurant Borchardt

 Mijn (jongste) zoon en ik bediscussieerden in de vertraagde trein naar Berlijn wie er nou beter waren: Koot & Bie of Jiskefet. En als je dan op weg bent naar de ‘Heimat’ kom je al gauw op de sketches ‘Do ist der Bahnhof’ en de ‘Wiedergutmachungsschitzel’. Zo gaat dat nu eenmaal. Twee uur vertraging zorgt voor meligheid.

Dat bracht ons in ieder geval wel op het goede idee om in Berlijn aangekomen meteen een enorme schnitzel te gaan eten. Het liefst ergens in de buurt van ons hotel in de wijk ‘Mitte’.  En zo kwamen we bij het fameuze restaurant Borchardt terecht. Daar serveren ze de echte Wiener schnitzel (rundvlees) en niet de schnitzel Wiener Art (varkensvlees), die een stuk goedkoper is -maar minder lekker.

Het restaurant opende haar deuren in het monumentale pand  aan de Französischestrasse 47 in 1895 door F.W. Borchardt. Al snel maakte het faam, werd hofleverancier en bouwde een naar op in Berlijn, Duitsland en ver daarbuiten. De elite dineerde bij Borchardt in die jaren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog Oorlog bleef het pand wonderwel overeind staan. Het restaurant kon echter pas in 1948 weer geopend worden. Tegen hoge prijzen kon er luxe worden gegeten. Borchardt was een van de twee restaurants in Berlijn waar dat kon. Totdat de communisten door middel van de ‘Volkseigentum’ de bedrijfsvoering overnamen en de naam veranderde in 'Lukullus'. Je kon er alleen vis eten.  Later werd het een soort danslokaal voor de jeugd. Pas na de Wende van 1989 werd het pand weer geprivatiseerd: Borchardt kon haar traditionele naam weer voeren. Meteen werd het weer een begrip: de nieuwe elite uit de politiek, cultuur, amusement en economie vond al snel haar weg naar Borchardt.

Hoewel Borchardt een uitgebreide kaart heeft, is het beroemd geworden door haar eigen recept van de Wiener schnitzel. Over de hele wereld komen bezoekers juist voor de Borchardt-schnitzel. Toen acteur  Johnny Depp het restaurant aan de Französischestrasse binnen liep, riep hij, als een dronken piraat, luid en duidelijk: “I want a schnitzel”. 

Nog steeds komt dus de elite uit Berlijn, Duitsland en ver daarbuiten de fameuze schnitzel proeven bij Borchardt. Wij hoopten stiekem dat we ook een beroemdheid konden spotten –want ja als je er toch bent, dan wil je niet alleen een goede schnitzel. Borchardt is geen ‘strak georganiseerd’ restaurant. Het is er chaotisch. Een rommeltje, zo op het eerste oog. De bediening rent door de zaak. Gasten met een reservering moeten soms minutenlang wachten totdat ze naar hun tafel worden geleid. De stoelen zijn van de kwaliteit van een gemiddelde Nederlandse voetbalkantine. De gasten zijn luidruchtig en dito uitgedost: witte gymschoenen onder strakke pakken, trainingspakken van Adidas met gouden kettingen, hele foute vrouwen en mannen, oud-geld dames die iets kleins bestellen en na 20 minuten weer weggaan: dan kunnen ze toch zeggen, “We zijn bij Borchardt geweest”. Het is een theatraal spektakel.

We hebben die avond geen beroemdheden (die wij herkenden) gezien. Maar wel een geweldige, enorm grote schnitzel gegeten! Dat maakte alles goed.

vrijdag 10 september 2021

Berlijn (1): Zo vader, zo zoon

Komende week naar Berlijn. Niet de eerste keer, nee de zestiende keer in de afgelopen 10 jaar. Enerzijds gecreëerd door het toeval dat ik voor mijn werk in een internationaal expertnetwerk terecht ben gekomen –met residentie in de Duitse hoofdstad. Anderzijds goed te verklaren dat ik dit volhoud vanwege mijn (verre) achtergrond als historicus en leraar Duits.

Waar komt mijn genegenheid voor Berlijn vandaan? En is die altijd zo virulent aanwezig geweest? Als je de combi-studie geschiedenis en Duits doet, is het niet zo vreemd dat je een zekere passie ontwikkelt voor je studie-object. In 1984 reisde ik voor een studieverblijf af naar West-Berlijn. Hoe ouder je wordt, des te minder mensen er zijn die kunnen zeggen dat ze in het gedeelde Berlijn zijn geweest. Want Berlijn bestond tot 9 november 1989 uit twee delen. West-Berlijn en het andere Berlijn, hoofdstad van de DDR. En daartussen stond de Muur, het symbool van de Koude Oorlog. Fascinerend was dat, om te verblijven in het oog van deze geopolitieke orkaan, die Berlijn na 1945 is geweest. Tot de wonderbaarlijke Wende zich aandiende.

Op die bewuste avond van de negende november, toen de Berlijnse Muur viel, legde ik de laatste hand aan mijn doctoraal scriptie over de Russische inval in Afghanistan. Zal ik de trein nemen naar het wonder in Berlijn, heb ik nog even gedacht. Maar de deadline voor die scriptie was onverbiddelijk, helaas. Eeuwig spijt van gehad.

In de jaren negentig wilde ik dat graag inhalen. Maar de teleurstelling over Berlijn kreeg de overhand. De stad was een bouwput geworden. De Muur was weggehaald, restanten van de Koude Oorlog werden vervangen door nieuwe architectuur. ‘Mijn’ Berlijn van 1984 werd weggevaagd. Ik voelde me even niet welkom in deze bouwput.

Pas in 2011 keerde ik terug. Op uitnodiging van TNO gaf ik een lezing in het indrukwekkende BCC-Berlin, bij de Alexanderplatz. In die dagen kreeg ik de fascinatie terug voor de Duitse hoofdstad. Af en toe zal ik op deze blogpagina wat schrijven over opmerkelijke dingen die ik gezien heb, mensen die ik ontmoet heb.

Komende week dus weer naar Berlijn. Nu neem ik mijn jongste zoon (22) mee. Student Kunstgeschiedenis. Voor hem de kans om een paar dagen onder te duiken in geweldige musea zoals de Alte Nationalgalerie, de Gemäldegalerie, het Bröhan Museum, het Kollwitz Museum usw. Wellicht dat hij ook gegrepen wordt door het fascinerende Berlijn. Zo vader, zo zoon.